Herman Verbaere

EERBETOON AAN MIJN LEERMEESTER

Klik om te vergroten

HERMAN VERBAERE

Geboren te Wetteren in 1905

Overleden te Zottegem in 1993

Woonde en werkte in Wetteren aan de Koningin Astridlaan 31.

Kreeg zijn eerste opleiding aan de Academie van Wetteren waar hij in 1924 laureaat werd. Hij zette zijn studies verder aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent waar hij ook laureaat werd in 1933. Hij werkte voor verschillende grafische bedrijven en deed een schat aan ervaring op in de kunstdruk. Hij was een bedreven lithograaf en heeft ontelbare illustraties en affiches rechtstreeks op de lithografische steen getekend.

Gedurende 30 jaar heeft hij een beperkte leeropdracht gecombineerd met zijn werk als beroepskunstenaar. Ik heb het geluk gehad deze in alle opzichten veelzijdige man als leraar gekend te hebben. Zij laatste jaar als leraar was meteen ook het laatste jaar van mijn opleiding.

Herman Verbaere legde zich vooral toe op landschappen en stadszichten, een genre waarin hij een onevenaarbaar œuvre bij elkaar schilderde. Zijn werk werd gedomineerd door het aquarel maar hij liet ook belangrijk werk na in andere disciplines. Van in het begin van zijn carrière specialiseerde hij zich in kunstaffiches van landschappen en monumenten ten behoeve van het toerisme. Bekend zijn de affiches in opdracht van de opeenvolgende Belgische regeringen, het provinciebestuur en wellicht de meest bekende zijn die voor de Belgische spoorwegen. Op de wereldtentoonstelling te Parijs van 1937 werd hij hiervoor bekroond met een reeks affiches over Vlaanderen. In 1938 werd hij laureaat in de wereldwijde wedstrijd voor een kunstaffiche voor de Oberammergauspielen. Voor de stad Gent was hij in die jaren ook al een vaste waarde voor het ontwerpen van illustraties en grafisch werk voor het toerisme en andere gelegenheden.

Vanaf 1948 werkt hij belangeloos mee aan een aantal projecten van de Provincie Oost-Vlaanderen en de Federatie voor toerisme in Oost-Vlaanderen. Zijn talloze illustraties voor "De spiegel van Oost-Vlaanderen" getuigen van zijn liefde voor de stad Gent en zijn provincie. Als lid van Provinciaal Comité voor monumenten en landschappen lag hij mede aan de basis van de bescherming van klasseerbare en later ook geklasseerde monumenten en natuurschoon. Hij ondernam herhaaldelijk studie- en werkreizen naar Italië, Nederland, Spanje en Frankrijk. In 1962 kreeg hij de opdracht affiches te ontwerpen voor de stad St.-Raphaël, verbroederd met Gent en voor de gehele Côte d'Azur. In 1963 volgde een gelijkaardige opdracht voor de stad Toledo. Het was ook het jaar dat hij eervolle op-ruststelling kreeg voor zijn leeropdracht.

Vanaf dan zoekt hij naar verfijning van zijn techniek met een beheerste vormgeving en diepere emoties. De kleuren worden soberder maar de expressie des te sterker. Met vlot tekenwerk en een scherpe observatie, het resultaat van jarenlange oefening, blijft hij tot op hoge leeftijd zoeken naar perfectie.

Kunstschilder Herman Verbaere in Pollare

Terugblik op een merkwaardige ontmoeting. Op een zonovergoten zomerdag van het jaar 1975 trok ik op vraag van de toenmalige en laatste Pollaarse burgemeester Abraham Ruiz naar het voetgangersbrugje over de Dender in de buurt van 'De Zwarte Flesch' om er het overhangend struikgewas wat onder controle te houden : de wildgroei belemmerde vooral het zicht van de fietsende gebruikers van het brugje, er waren zelfs al een paar kleine ongelukken gebeurd op die plaats en daarom was dit ingrijpen echt noodzakelijk te noemen. Toen ik de voetgangersbrug naderde merkte ik dat er op het midden van deze brug een man gewapend met een schildersezel en richting Zandbergen kijkend stond te schilderen. Toen ik hem naderde begon ik te vermoeden dat het kunstschilder Herman Verbaere was: ik kende de man van foto's in de krant. Om aan mijn job te beginnen moest ik hem op het brugje hoe dan ook passeren en toen ik dat deed vroeg ik hem of hij Herman Verbaere was. Zijn antwoord was kort en vrij nors: "Neen, man, ik ben Verbaere niet, je vergist je". Ik kon niet nalaten om toch nog even te repliceren met "Sorry hoor maar toch dacht ik dat U Herman Verbaere bent", waarop we beiden aan het werk gingen, hij met verf en borstel, ik met mijn opruimtaak. Ik kon het wel niet nalaten om af en toe even te gaan kijken hoe zijn schilderwerk vorderde want mijn interesse voor al wat met schilderkunst te maken heeft is steeds vrij groot geweest. Later die dag gebeurde er plots iets totaal onverwachts: de schilder riep me plots bij hem met de woorden "Vriend, kom eens hier, wil je voor mij deze kruik ergens gaan vullen met zuiver water, zeker geen kraantjeswater want dat bevat te veel kalk en nog andere schadelijke ingrediënten die niet goed zijn voor het klaar maken van mijn kleuren". Het feit dat hij me nu vriend noemde vond ik al zeer opmerkelijk en sterk in contrast staan met zijn eerder onvriendelijk antwoord op mijn eerder gestelde vraag naar zijn vermoede identiteit. Ik nam de aluminium kruik van hem aan, het was een exemplaar zoals die waar de mijnwerkers hun koffie in deden en spoedde me er mee naar mijn vriend Laurent Van Der Roost die in de buurt woonde en waarvan ik wist dat hij een diepe waterput met zuiver drinkwater had. Toen ik met de gevulde drinkbus bij de schilder terugkeerde stond hij naar me te lachen en zei hij dat hij wel degelijk Herman Verbaere was: "Ik ben niet op belangstelling uit en daarom tracht ik incognito te werken". Vanaf dat moment was de man de vriendelijkheid zelve en kon ik met hem een zeer aangenaam en interessant gesprek voeren. Hij beloofde me een afdruk van het werk waar hij aan bezig was te zullen opsturen, dit zou achteraf spijtig genoeg niet gebeuren, ik ontving wel twee stadsgezichten.

Hij vertelde me die dag nog over een tentoonstelling van zijn werk in het Parijse Petit Palais en dat hij kort tevoren naar aanleiding van zijn 70ste verjaardag nog door het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen was gehuldigd. Het werk waar hij in Pollare aan bezig was maakte hij trouwens in opdracht van datzelfde Provinciebestuur op vraag van de toenmalige Gouverneur. Het was vooral de bedoeling om de steeds schaarser wordende groene en ongeschonden landschappen voor de toekomst vast te leggen. Verbaere uitte overigens zijn spijt over het stilaan meer en meer verdwijnen van al dat landelijk moois, over het oprukkend beton en de toenemende bebouwing. Toen ik hem naar zijn mening vroeg over de moderne en vooral abstracte schilderkunst reageerde hij vrij negatief, hij vond dat maar niks en was er vast van overtuigd dat die rage niet lang ging meegaan en vanzelf zou verdwijnen.

Verder in dat gesprek sprak hij ook zijn bewondering uit voor het toen nog vrij ongeschonden en pittoreske Pollare met zijn mooie ligging op de heuvelrug in de groene Dendervallei._Hij vertelde me nog dat het de tweede keer was dat hij in ons dorp kwam schilderen, de eerste keer was in 1957. Toen hij later op de dag klaar was met zijn werk kwam hij vriendelijk afscheid nemen en me nog eens danken voor mijn behulpzaamheid, hij wenste me verder nog een goede dag en ikzelf bleef toch met een zekere voldoening achter omdat ik bij deze vrij norse man het ijs had weten te breken en uiteindelijk toch ook van nabij had kennis gemaakt met een van onze belangrijkste toenmalige landschapsschilders.

Verbaere zou nog veel werken in opdracht van onze provincie.  Ook ontwerpen voor postzegels behoorden tot zijn grafische arbeid, hij kende Oost-Vlaanderen als geen ander en legde er de meest pittoreske hoekjes van vast. Herman Verbaere stierf op 26 augustus 1993 in het ziekenhuis van Zottegem, hij was 88 jaar oud.

Jules Van Grimbergen

Mijn reactie op dit artikel

Mijn reactie is vooral ingegeven door de perfecte typering en de voor mij grote mate van herkenbaarheid. Tenslotte heb ik gedurende vier jaar, bijna dagelijks dezelfde "bank" gedeeld met de meester, zelfs op zondagmorgen voor de zondagsles publiciteitstekenen. Dat was in de Stedelijke Technische Scholen (STS) waar hij praktijkleraar grafiek was. Ik heb hem vaak een tekenpen of een penseel geleend. Niet dat hij er zelf geen had maar dat was een soort tic van hem. Ik was daar als jonge gast wel wat fier over dat ik mijn grote voorbeeld op die manier mocht assisteren, al was ik bijna zeker dat ik het geleende nooit zou terugzien. Na gebruik stak hij het gewoon tussen zijn eigen spullen tot hij op een dag vaststelde dat hij toch wel wat veel pennen bezat. Dan mocht ik er enkele voor mezelf uitkiezen ter compensatie. Maar, probleem, want de meeste pennen waren onbruikbaar geworden, zodanig waren ze door de meester mishandeld. Hij had namelijk de gewoonte om "gevoelslijnen" te maken door met de pen een draaiende beweging te maken. Deze marteling overleefde geen enkele pen.

Met penselen was hij iets zorgzamer maar die werden dan vaak gebruikt als oorstoker. Een wasbeurt van de steel was na gebruik ten zeerste aan te bevelen. Hij noemde mij steevast zijn "adjoint" en mijn naam sprak hij altijd op zijn vlaams uit met de nadruk op "ier". Na mijn opleiding heb ik nog jaren met hem samengewerkt in projecten en voor het ophangen van zijn werken in tentoonstellingen. Vandaar mijn kennis van zijn oeuvre. Zijn dankbaarheid hiervoor liet hij merken toen ik later trouwde met, Gilberte, de dochter van een oud leerling van hem, Roger De Bruyker. Mijn schoonvader, die typograaf was, had bij hem les gevolgd in "typografisch schetsen".

Op een avond kreeg ik telefoon van Herman die mij vroeg om zijn werken op te hangen voor de tentoonstelling in de galerij van de VTB aan de Kalandenberg in Gent. Hij vroeg om samen met mijn echtgenote te komen. Nadat alles gedaan was complimenteerde hij mij en zei (op zijn Wetters): "Zonder u waren wij hier morgen nog bezig" waarop hij Gilberte uitnodigde een kijkje te nemen in de reserve. Zij mocht een werk uitkiezen voor haar interieur. Ik denk dat ik één van de weinigen ben, zo niet de enige die een origineel werk van Herman Verbaere cadeau gekregen heeft.

De leermeester Verbaere

Sommigen noemden hem een slechte leraar omdat hij geen les gaf in de klassieke zin van het woord. Men moest zelf de stap zetten en voldoende interesse tonen om de aandacht van Verbaere te krijgen maar dan was hij een gulle, minzame man die fier was zijn kennis met je te kunnen delen. Je voelt de overeenkomst met het verhaal van Jules Van Grimbergen. Zelf had ik door mijn eerlijke bewondering voor zijn werk zijn vertrouwen weten te winnen. Ik kreeg er bakken expertise voor terug. Men kan er niet naast, Herman Verbaere was ijdel en verlegen tegelijk. Hij was zeker niet ongevoelig voor lofbetuigingen maar was ook op zijn hoede voor "mouwvegers" die hij verachtte. Vandaar dat het eerste contact er vaak één was van op afstand, terughoudend, wat soms als nors of onvriendelijk overkwam.

Herman zat bijna altijd met pakken opdrachten, die bracht hij dan mee naar school en terwijl wij "in stilte bezig waren" werkte hij aan zijn eigen werk. Het was dan zaak je eigen bezigheid even te vergeten en over zijn schouder te gaan meekijken. Niet praten, geen vragen stellen, kijken was de boodschap en registreren. Vragen stellen kon later wanneer het concentratiemasker was afgevallen. Allemaal niet zeer orthodox maar zij die het begrepen hadden deelden in een schat aan ervaring en technisch meesterschap.

Op een dag, na schooltijd, waren wij samen aan het werk. Herman zat voor mij. Op die manier kon ik hem goed observeren. Wanneer hij klaar was kwam hij naar mijn prestatie kijken. Hij zei geen woord nam mijn blad papier en gooide het bijna achteloos op de grond. Na een studie met geknepen ogen luidde zijn verdikt: "Te weinig blauw". Daarmee bleek alles gezegd en ik vroeg mij dagenlang af wat hij daarmee bedoelde. Voorzichtig had ik hier en daar, vooral in de achtergrond, een blauwe zweem aangebracht en toonde hem het resultaat. "Ik heb gezegd blauw, zo zie." Hij nam het grootste penseel uit mijn collectie mengde een blauw en "schuurde" het met één brede veeg over het blad. Ik kreeg er koude rillingen van. Daarna corrigeerde hij hier en daar door wegnemen en trekken met water en mijn werkje kreeg plots die "Verbaerediepte". Herman was een man van weinig woorden. Zijn aanwijzingen waren bedoeld om je zelf aan het denken te zetten en zijn, soms heftige, correcties vergeet je nooit.

Herman Verbaere, "De Peet"

Nu ik toch herinneringen aan mijn enige èchte leraar aquarel aan het ophalen ben, kan ik natuurlijk niet voorbijgaan aan de anecdote die hem op school zijn bijnaam "Peet Verbaere" bezorgde. Alhoewel hij natuurlijk wel weet had van zijn bijnaam en wist dat elke leraar er een had kon ik zijn ongenoegen en zijn wrevel van zijn gezicht aflezen telkens hij er mee geconfronteerd werd. Toen hij mij op een zondagmorgen op de man af vroeg of ik die bijnaam ook gebruikte, antwoordde ik heel eerlijk, ja. Hij keek mij recht in de ogen en ik kon een lichte vorm van ontgoocheling merken. Daarom voegde ik er onmiddellijk mijn verdediging aan toe. Mijn situatie was dubbel, enerzijds was ik misschien wel zijn vertrouweling maar anderzijds maakte ik deel uit van de leerlingengroep en tenslotte zei ik: "is het al met al nog een "vriendelijke" bijnaam, er bestaat erger". Hij glimlachte en wij gingen weer aan het werk. Hoe kwam hij nu eigenlijk aan die naam? In zijn beginjaren als leraar kwam op een dag een hopeloze leerling naar hem toe die zijn werk gedecoreerd had met een vlek van zuiver cadmium geel. Verbaere lachte eens en zei: "Dat is niets man, maakt er een "peetje" van". In het Wetters betekent dat een manneke. Nadat hij deze zin enige keren had gebruikt was zijn bijnaam de evidentie zelf en werd hij van generatie op generatie overgeleverd. Volgens mijn schoonvader had hij die naam al in zijn tijd.