Luc Drappier
DE KLEURENSTORM
WIE IS LUC DRAPPIER
ARBEID IS MIJN KUNST EN DE UITDAGING AANVAARDEN MIJN LOT
05
11 1943
GENT
Luc Drappier is een gepassioneerd kunstenaar die reeds heel vroeg blijk gaf van een meer dan gewone belangstelling voor schoonheid, kleuren en licht. Potloden en verf waren dan ook zijn geliefkoosd speelgoed.
Geboren tijdens wereldoorlog II, zal zijn opvoeding en zijn verdere leven blijvend verbonden zijn met de dramatische gevolgen van het wereldconflict. Door de vlucht, in 1944, uit zijn geteisterde geboortestad zal hij elf jaar op het platteland rond Aalst verblijven. In Moorsel ontdekt hij het licht, de kleuren en de geuren van de seizoenen. Zijn liefde voor het landschap vindt haar oorsprong in deze periode in Moorsel die hij zich tot vandaag herinnert als een langgerekte vakantie.
In 1954 keert het gezin Drappier terug naar Gent. Voor de jonge Luc is dit een totaal nieuwe wereld en de aanpassing verloopt dan ook niet probleemloos.
In zijn geboortestad begint zijn bizarre ontdekkingstocht met een klassieke opleiding Latijn-Wiskunde. Hij houdt er zijn gevoel voor taal en poëzie aan over. Poëzie wordt trouwens de rode draad in zijn leven.
De drang naar kunst wordt echter te sterk en hij verlaat vroegtijdig het college om studies "grafische kunsten" aan te vatten aan de Stedelijke Technische Scholen. Daarnaast schrijft hij zich ook in voor de cursus tekenen aan de Academie voor Schone Kunsten. In het weekend volgt hij lessen decoratie en publiciteitsontwerp. Zijn honger naar kennis en nieuwe ervaringen zal enkele jaren later leiden tot een herschikking van zijn studiepatroon. Wij vinden hem terug in de cursussen: sierkunsten, schilderen en zeefdruk.
Na een zwerftocht van zes jaar door alle mogelijke facetten van de kunst houdt Luc deze fase in zijn leven voor bekeken en verlaat voorgoed de schoolbanken met zijn enige diploma onder de arm, dat van "technicus voor grafische bedrijven".
Vanaf dat moment begint de strijd voor het bestaan. Luc Drappier wordt ontwerper van gedrukte en geweven stoffen en textieletiketten. Hij maakt ontwerpen voor drukwerken en illustreert. Hij huwt in 1967 en neemt, samen met zijn echtgenote Gilberte, de drukkerij van zijn schoonouders over en verdeelt gedurende vele jaren zijn aandacht tussen de zaak en zijn kunst. Hij werkt in stilte verder aan zijn poëzie en schildert en tekent.
Het zal tot 1980 duren eer hij het aandurft een eigen tentoonstelling op te zetten. In 1981 krijgt hij hiertoe de kans en verrast hij zijn omgeving met zijn tentoonstelling "LUC 38". Het wordt een succes. Hij trekt naar de kust en huurt een kleine galerij in Westende. Vanaf dat moment komt alles in een stroomversnelling. Verschillende onderscheidingen en prijzen vallen hem te beurt. Er volgen tentoonstellingen in binnen- en buitenland en hij geeft cursussen. Hij wordt gedurende 15 jaar lesgever aan de Latemse teken- en schilderschool later omgedoopt tot Latems Creatief.
Hij wordt ook een vaste waarde tijdens de jaarlijkse "Rencontres Internationales de l' Aquarelle" in Hirson in Frankrijk, het latere Aquarella. De stages die er onder zijn leiding worden georganiseerd behoren tot de beste op dit gebied.
In 2000 zet hij een punt achter zijn zakelijke activiteiten om zich volledig toe te leggen op zijn kunst. Hij opent zijn atelier in Oosterzele, een landelijke gemeente halverwege de as Gent-Aalst.
In de intimiteit van zijn werkplaats is hij van zijn klassieke aquarellen via zijn fictieve en geïdealiseerde landschappen geëvolueerd naar zijn geabstraheerde beelden. Hij geeft door een totale vernieuwing uiting aan een zeer persoonlijke visie op zijn wereld die hij heel gestructureerd en vol lichteffecten tot een louter poëtische dimensie herleidt. De voorstelling is ondergeschikt geworden aan de analytische expressie. In zijn Luxity project brengt hij zijn utopische stad tot leven en laat haar drijven op de stromingen van een al even utopische zee. In oneindige weerspiegelingen en onmetelijke perspectieven baadt de stad in een rustgevend licht.
De herkenbaarheid heeft plaats gemaakt voor een heel eigen taal die de kunstenaar omzet naar zijn "code" van lijnen en kleuren. Meer nog dan in zijn vroeger werk ondergaat de kunstenaar de metamorfose der dingen. Observatie wordt inspiratie zonder dat deze verder nog ter zake doet. Observatie is enkel de aanleiding en het zijn de restanten ervan die het uiteindelijke resultaat bepalen. Het is duidelijk dat Luc nog lang niet aan het einde van zijn Latijn is. Zijn voortdurende ontdekkingstocht brengt hem steeds aan een nieuwe start en zijn onrustige creatieve geest graaft steeds verder in zijn haast onuitputtelijke voedingsbodem, "de poëzie van het leven".
In 2014 verkast Luc, samen met Gilberte, naar de kust en vestigt zich in De Panne. Hij is er actief in verschillende seniorenverenigingen en gaf er aquarel- en acryllessen als vrijwilliger. Door zijn passie voor mechaniek en restauratiewerk werd hij werkend lid van TTO-Noordzee en restaureert er historische trams.